Onlangs deed zich een interessante rechtszaak voor tussen Universal International Music B.V. en drie Nederlandse artiesten over de vraag of Universal te lage tarieven hanteert als vergoeding voor digitale exploitatie van muziekopnamen; streams en downloads dus.
Samenvatting van de zaken tegen Universal Music
De rechter oordeelde in de drie zaken dat Universal niet te weinig heeft betaald. Universal baseert de tarieven weliswaar op oude contracten, uit de tijd dat streaming nog niet of nauwelijks bestond. De artiesten stelden: dat past niet in het huidige tijdsbeeld. De afspraken zouden daarom moeten worden aangepast naar een 50-50 split. Universal is het daar uiteraard niet mee eens en verschuilt zich achter het standpunt: wat wij betalen is volgens afspraak, marktconform en gangbaar. In dit artikel leg ik je uit hoe de rechter tot haar oordeel is gekomen en wat je hier als artiest of label nou precies mee kan.
Geen principe-uitspraak over de hoogte van royalty’s
Belangrijk is dat de rechter gelijk schrijft dat zij geen principe-uitspraak doet over hoe platenmaatschappijen in het algemeen moeten omgaan met royalty’s voor artiesten. De rechter oordeelt dus alleen over individuele gevallen en zoals die aan haar worden voorgelegd.
Band-perikelen: wie kan masterrechten handhaven?
In één van de uitspraken valt te lezen dat de eisende partij geen vordering kan instellen zonder dat zijn overige bandleden meedoen. Dat is natuurlijk lastig en iets om rekening mee te houden als je in een band zit, of je rechten overdraagt aan een label.
In dit geval had de eisende muzikant niets gesteld over de verdeling van het vermogen van de vennootschap onder firma (“vof”) van de band, anders dan dat er niets te verdelen viel. Ook heeft hij niet gesteld dat de contractuele verhoudingen na het sluiten van de oudste contracten gewijzigd zijn. Bij ontbinding van een vof komt het vermogen van de vof, waaronder ook rechten en verplichtingen op grond van deze contracten, in beginsel toe aan alle vennoten gezamenlijk. De vorderingen die zien op de Polydor-contracten hadden ingesteld moeten worden door de voormalig vennoten gezamenlijk of uit naam van hen / de ontbonden vof. Omdat dat niet is gebeurd, laat de rechter zich hier niet over uit.
Angel uit de zaak door Universal: verhogen royalty’s
We zagen al eerder in de zaak van Top Notch (= Universal) tegen Ronnie Flex, dat Top Notch snel voordat de zaak voorkwam, de royalty’s van Ronnie Flex met terugwerkende kracht had aangepast. Daarmee haalde het label heel slim de angel uit de zaak. Zo zie je, schikken kan altijd nog. Iets om te overwegen ter bepaling van hoe heet de soep gegeten wordt.
Eis van de muzikanten
Kort gezegd, wordt aan de rechter gevraagd:
- Om te oordelen dat het recht van digitale exploitatie niet rechtsgeldig aan Universal is overgedragen.
- In het verlengde daarvan moet streaming volgens de eisers worden gekwalificeerd als een vorm van licentieverlening.
- Daarnaast wordt een oordeel gevraagd over de stelling dat Universal een onredelijk bezwarend lage vergoeding heeft betaald, of althans dat die vergoeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is.
Oordeel van Rechtbank Amsterdam
Uit het vonnis blijken een aantal uitwerkingen van veelvoorkomende contractsbepalingen.
Overdracht van muziekrechten
Uit de contracten blijkt dat partijen beoogden ook rechten over te dragen voor vormen van exploitatie die zij op dat moment nog niet kenden. Omdat de artiest zich erop beroept dat hij zijn digitale exploitatierechten niet rechtsgeldig heeft overgedragen, moet hij beargumenteren en bewijzen dat de overeenkomst zo moet worden uitgelegd en/of dat niet aan de vereisten van artikel 9 Wet op de naburige rechten is voldaan. In dat artikel staat dat de rechten geheel of gedeeltelijk kunnen worden overgedragen door een daartoe bestemde akte. Daarnaast omvat de overdracht alleen die bevoegdheden die duidelijk in de akte zijn vermeld of die uit de aard of de strekking van de titel noodzakelijkerwijs voortvloeien. De rechter vindt dat de artiest niet genoeg heeft aangetoond dat niet álle rechten zijn overgedragen.
Uitleg muziekovereenkomst
In rechtsoverweging 5.8 wordt de verdere toepassing daarvan mooi beschreven:
“De vraag hoe in een schriftelijke overeenkomst de verhouding van partijen is geregeld en of deze overeenkomst een leemte laat die moet worden aangevuld, kan niet worden beantwoord op grond van alleen maar een zuiver taalkundige uitleg van de bepalingen van dat contract. Voor de beantwoording van die vraag komt het immers aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan deze bepalingen mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten. Uit de beschermingsgedachte van artikel 9 Wnr vloeit voort dat de overdracht in beginsel beperkt, in het voordeel van de uitvoerend kunstenaar, dient te worden uitgelegd.”
Desalniettemin is de rechter van oordeel dat de muzikant wel degelijk alle exploitatierechten heeft overgedragen. Online exploitatie staat namelijk expliciet vermeld in het contract.
Gaat streaming over licenties of verkopen?
Dit is ook een zeer interessante vraag, die al verder bij rechters aan de orde is geweest. In de contracten stond namelijk niets over een vergoeding bij licentieverlening of overige exploitatie. Volgens de muzikant was dit geregeld in de ‘algemene bepalingen’ die Universal vaak bij contracten toevoegt. Echter, deze bepalingen zijn niet door de muzikant als productie in de procedure ingebracht. De rechter kan daar daarom niet over oordelen. De rechter gaat ook geen principe-uitspraak doen over de vraag of streaming kwalificeert als licentieverlening. Dit omdat de eiser daar geen direct, eigen belang bij zou hebben.
Is 50-50 een eerlijke verdeling van inkomsten?
Bij het antwoord op deze vraag neemt de rechtbank een duidelijk standpunt in: het gaat er niet om of 50-50 op dit moment voor streaming een marktconforme verdeling van inkomsten is. Het gaat volgens de rechter om de vraag wat partijen destijds met elkaar hebben afgesproken. Of die afspraken onredelijk of onacceptabel zijn, komt zo aan de orde.
Buiten toepassing verklaren van contractsbepalingen
De route is als volgt:
“Artikel 25f lid 2 Aw3 bepaalt dat een beding vernietigbaar is dat, gelet op de aard en inhoud van de overeenkomst, de wijze waarop de overeenkomst tot stand is gekomen, de wederzijds kenbare belangen van partijen of de overige omstandigheden van het geval, voor de maker onredelijk bezwarend is. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat dit een lichtere toets is dan die op grond van artikel 6:2 BW geldt. Bij de beoordeling of een beding onredelijk bezwarend is voor de maker moeten alle relevante omstandigheden van het geval worden gewogen. Het gaat daarbij om de omstandigheden van voor of tijdens het sluiten van de overeenkomst (‘ex tunc’) en niet om omstandigheden van daarna.4 Omdat [eiser] zich op de vernietigbaarheid beroept moet hij omstandigheden aandragen en onderbouwen waaruit blijkt dat de betreffende bepalingen voor hem onredelijk bezwarend zijn.”
De rechter gaat hier niet in mee, met name omdat de standpunten van de eiser niet genoeg onderbouwd zijn. Afhankelijkheid, kostenaftrek, internationale omstandigheden, market practise, voorzienbaarheid en onvoorziene omstandigheden ten spijt.
Conclusie over de royalty’s
De rechtbank oordeelt dat de bepalingen over de tarieven niet onredelijk bezwarend zijn voor de artiest. Helaas komt dat oordeel grotendeels voort uit de gedachtengang dat de muzikant deze standpunten niet concreet genoeg heeft aangetoond. Dat zet wellicht de deur wel open voor een hoger beroep. Daarbij zal dan ook hopelijk aandacht worden besteed aan de eerder genoemde algemene bepalingen van Universal.
Proceskosten
Omdat de muzikant in het ongelijk wordt gesteld, moet hij de proceskosten van Universal vergoeden. Gelukkig komt hij weg met een ‘normale’ proceskostenveroordeling.
In zaken die gaan over de handhaving van intellectuele eigendomsrechten is op grond van artikel 1019h van het wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) ruimte voor een hogere proceskostenvergoeding. Universal vindt dat in dit geval de daadwerkelijke proceskosten vergoed moeten worden en beroept zich op genoemd wetsartikel.
“Uitgangspunt van artikel 14 van de Handhavingsrichtlijn waarmee artikel 1019h Rv is ingevoerd, is dat volledige proceskostenvergoeding alleen mogelijk is in geschillen die gaan over (dreigende) inbreuken op intellectuele eigendomsrechten (waaronder naburige rechten) en de handhaving van die rechten. De rechtbank oordeelt dat het in deze zaak in de kern gaat om een geschil over de uitleg van contracten en de uitvoering daarvan. Dat [eiser] zich ook op het standpunt heeft gesteld dat hij zijn naburige rechten niet aan Universal heeft overgedragen (en in zoverre Universal daarop dus een inbreuk zou plegen) doet niet af aan het feit dat daar niet het zwaartepunt van deze procedure heeft gelegen; niet op de zitting en ook niet in de stukken.”
Geluk bij een ongeluk. Maar goed, de kosten bedragen alsnog € 2.094,00.
Hoger beroep
Binnen 3 maanden na de datum van de uitspraak kan de muzikant in hoger beroep tegen het vonnis van de rechter in eerste aanleg. Will the saga continue?
Tips
Je ziet in deze zaak een aantal punten terugkomen waarop je als artiest en label kan anticiperen:
Tips voor artiesten
- Onderzoek contracten grondig bij onderhandeling. Zorg voor expliciete clausules over toekomstige exploitatievormen zoals streaming, met flexibele aanpassingsmechanismen (bijv. periodieke heronderhandeling) om onverwachte veranderingen zoals de streaming-boom te anticiperen. Oude deals zonder zulke bepalingen zijn kwetsbaar, zoals hier bleek waar digitale verwijzingen de lagere CD-tarieven lieten gelden.
- Claim geen ‘standaardpraktijken’ zonder bewijs. Argumenten over 50/50 als marktconforme verdeling (via buitenlandse zaken of rapporten) falen als contracten specifiekere regels hebben; onderbouw met harde data uit je eigen deal. Overweeg juridisch advies vroegtijdig om te checken of streaming als ‘licentie’ of ‘andere exploitatie’ kwalificeert.
- Bouw afhankelijkheid af. Diversifieer inkomstenbronnen (bijv. eigen publishing of directe fan-engagement) om machtsverschillen met majors te verminderen; afhankelijkheid van labels voor digitale rechten (zoals Sena-mandaat) verzwakt je positie in rechtszaken. Sluit nieuwe contracten af met minimale digitale royalty’s (bijv. 20% at-source) en recoupment-limieten.
Tips voor platenmaatschappijen
- Documenteer royalty-berekeningen transparant. Bewaar alle contractversies en interne notities over digitale toepassingen; dit helpt bij betwisting, zoals hier waar de rechtbank contractclausules over ‘elektronische’ exploitatie prioriteerde boven algemene licentietarieven. Vermijd ambiguïteit door retroactief heldere beleid toe te passen, maar communiceer dit proactief met artiesten om rechtszaken te voorkomen.
- Bied vrijwillige aanpassingen aan. Ondanks winst in de rechtbank, zoals Universal deed door recent tarieven te verhogen naar 20%, opent dialoog deuren voor langetermijnrelaties en reputatiebehoud. Overweeg catalogue-brede minimale digitale tarieven (zoals sommige indies doen) om artiestenonvrede te minimaliseren, vooral bij legacy-contracten.
- Anticipeer op sectorveranderingen. Monitor wetswijzigingen rond billijke vergoedingen (art. 25c Aw) en AI/streaming; integreer flexibele clausules in nieuwe deals om retroactieve claims te vermijden, en investeer in lobby voor duidelijke regels over digitale classificatie. Dit beschermt tegen toekomstige rechtszaken in een evoluerende markt.
Vragen over artiestenovereenkomsten, rechten en royalty’s?
Wij staan voor je klaar. Neem gerust contact op voor een contractscan of juridisch advies.


